Merel en kerst

12-04-2025

Kerst. Merel was al zes jaar en mocht samen met haar vader de kerstboom kopen. Ze gingen lopend naar de bloemist op de hoek. Hij had maar kleine voorraad kerstbomen. Merel mocht de mooiste uitzoeken. Ze was al eerder hier met haar vader geweest. Ek jaar mocht ze dat doen. Ze vond dat ieder jaar weer spannend. Die kleine dikke of juist die smalle hoge, ze kon moeilijk kiezen maar na een poosje had ze er een die ze mooi vond. Ze keek haar vader aan om goedkeuring te krijgen, maar wist dat haar vader haar altijd gelijk gaf, dat wist ze van de voorgaande jaren, hoe lelijk de boom ook was. Lopend, vader voorop tillend aan de stam en Merel achterop liepen ze naar huis.

Moeder had de kerstspullen al van zolder gehaald; de lichtjes waren van het type: knipperend; dat hadden ze twee jaar terug gekocht, omdat de buren dat ook hadden. Merel wist dat het altijd spannend was om de kerstboom op te tuigen. En wist dat haar moeder haar zou helpen met de kerstballen, slingers en dat ze elk jaar de piek erop mocht zetten, haar vader tilde haar dan op zodat ze erbij kon.

Ze keek met grote bewondering naar haar moeder die de lichtjes erin deed. Nadat vader de stekker in het stopcontact had gestoken, deden de lapjes het niet. Moeder loste dat op door alle lampjes stevig aan te draaien. Vader was te onhandig voor dit soort dingen. Als ze het lusje van de kerstballen maar ver genoeg om het takje schoof, moet het goed gaan. Zo deed ze dat ook in de voorgaande jaren. Haar broertje Bas was nog te klein voor dit soort dingen. Ze keek naar de boom, hij was niet zo groot dan ze had gedacht. Ze zou als ze groot zou zijn een hele grote kopen. Ze zou hem in de tuin zetten waar hij het hele jaar door zou kunnen groeien en elk jaar groter zou worden en met kerst hem zou optuigen met de mooiste kerstballen. De hele buurt zou dan komen kijken, om haar kerstboom te bewonderen.

De deurbel ging en vader deed open. Het was buurvouw Gerda ze droeg Tim op haar arm. Merel wist dat Tim ziek was. Gerda had verteld dat ze de dure medicijnen uit America niet kon betalen. Merel zou als ze een dokter zou zijn hem beter maken, dat weet ze zeker. Ze zou geld inzamelen en de dure medicijnen voor hem kopen.

Gerda bewonderde de kerstboom. Zelf hadden ze geen kerstboom, haar man had gezegd dat hij daarvoor niet in de stemming was. Hij was een saaie man die als kleine zelfstandige werkte als slotenmaker. Hij had bij hen alle sloten vervangen. Merel vader deed dat omdat hij vermoede dat de vorige bewoners sleutels hadden achter gehouden. ‘Voor de zekerheid’ had hij tegen zijn vrouw gezegd.

Merel vader was ambtenaar bij belastingzaken. Ze zou dat zelf nooit willen, Ze had al aan juf al gevraagd hoe ze dokter kon worden. Ze had haar verteld dat ze dan goed haar best moest doen en het dan misschien wel zou lukken.

Het is al avond Merel zat op de bank en bewonderde de kerstboom. Als ze niet vervelend zou worden mocht ze lang opblijven, had haar moeder gezegd. Ze was al vaker laat naar bed geweest net als de voorgaande jaren. Haar vader zat op zijn stoel te lezen, moeder was aan het borduren, de lampen waren aan. Merel genoot van dit moment. Alles was vredig. Haar broertje lag al in bed. Wat zouden haar ouders en Gerda trots op haar zijn als ze Tim beter had gemaakt. Haar ogen vielen dicht en vader bracht haar naar bed.